lezing/discussie
1988
Gerhard Merz "Lezing"

Gerhard Merz "Lezing"

27.05.1988
de Appel, Prinseneiland 7, Amsterdam
''Er bestaat geen zelfverwezenlijking in de kunst. Dat is iets voor ongelukkig mensen’, is een uitspraak die de Duitse kunstenaar Gerhard Merz (1947) onlangs in een interview deed. Gerhard Merz maakt installaties waarin elke persoonlijke uitdrukking ontbreekt en het schilderen teruggebracht is tot een compositie van kleurvlakken. De teksten, beelden en objecten die Merz verwerkt, zijn door hun verleden beladen met betekenissen. Voor sommigen worden het symbolen met een universele kracht en voor anderen hebben ze door hun toepassingen in de geschiedenis een slechte bijsmaak. Volgens Merz ontstaat in een installatie waar architectuur en beeld harmoniëren geen decor, maar een verwijzing naar universaliteit. De uiteindelijke vorm is dan ook geen nieuwe creatie van een kunstenaar; zijn persoonlijke gevoelens zouden namelijk vormeloos zijn. Men vergelijkt het met het verschil tussen een gesproken 'a' en een geschreven 'a'. ‘De klank 'a' zit vormeloos in je, maar als je wil schrijven, moet je iets regelen. [...] Taal bestaat niet als vorm in ons. Gevoelens, die men overigens met miljarden mensen deelt, zijn niet bijzonder en niet de kunst waardig. Dan zou je andere mensen onderschatten. Waar het om gaat is een wereld van kunstvormen, en dat is een vast programma’, aldus Merz (Kunstforum, 92 (december 1987 / januari 1988), pp. 176-187.). Of het in de kunst werkelijk neerkomt op een ordening van elementen die, in het verleden al gebruikt door de kunstenaar opnieuw gerangschikt worden, en welke consequenties dit zou kunnen hebben, zal ter sprake komen in de lezing die Gerhard Merz op 27 maart geeft.’ (‘Universele orde’, Nieuwsbrief De Appel, 3 (1988) 1.)