Unlearning with Companions: A Public Research Session with Errant Journal
de Appel & OBA CC Amstel
Minya Diez-Dührkoop, Dance masks "Toboggan Woman" and "Toboggan Man" door Lavinia Schulz, 1924, Museum für Kunst und Gewerbe Hamburg, publiek domein, online
Op 28 en 29 november nodigt Errant Journal je uit voor een openbare onderzoekssessie ter voorbereiding op het negende nummer, dat in april 2026 verschijnt. Dit nummer is samengesteld door Katia Krupennikova en onderzoekt mogelijkheden voor transregionale, anti-imperiale samenwerkingsverbanden. Het openbare evenement met presentaties van enkele van de bijdragers aan dit nummer is bedoeld om netwerken op te bouwen, om verhalen over pijn, vreugde en deviantie te delen, en te onderzoeken hoe deze verbindingen het antikoloniale verzet kunnen versterken. Het redactionele/imaginaire uitgangspunt zijn de regio's die te maken hebben gehad met Russische imperiale agressie, van waaruit verbindingen worden gelegd tussen tijden, geografieën en ontologieën om het radicale potentieel van vriendschap te verkennen.
Deelnemers: Adriana Arroyo, Keto Gorgadze, Lesia Kulchinska, Lee Kai Chung, Samira Makki, Ana Mikadze, Petrică Mogoș, Victoria Soyan Peemot, Czyka Tumaliuan. Alle presentaties zijn Engels gesproken.
Programma
Deel 1
Vrijdag 28 november, 17:00–20:00
bij OBA CC Amstel, bibliotheekruimte Cullinanplein 1, vlakbij de Appel)
17:00 Deuren open
17:30 Inleiding door Katia Krupennikova en Irene de Craen
18:00: Ana Mikadze, Invisible Threads
In de jaren 1820 zag het Russische Rijk de Zuid-Kaukasus als een bron van grondstoffen en arbeidskrachten voor hun imperiale centrum. Naar het voorbeeld van de katoenteelt in het zuiden van Amerika promootten regionale instanties de zijdeproductie, waardoor huishoudelijke praktijken werden omgevormd tot strafarbeid en uitbuiting. De inheemse zijdeproductie werd geïndustrialiseerd en opgenomen in een imperiaal apparaat, waar zijderupsen, inheemse vrouwen en vrouwelijke gevangenen werden beheerst, bewaakt en uitgebuit om te kunnen concurreren op de Europese markten. Op basis van archiefonderzoek in het Georgisch Nationaal Archief in Tbilisi wil dit onderzoek de geschiedenis van inheemse, gevangen vrouwen en zijderupse traceren die onderworpen waren aan imperiale dwangarbeid. Het doel is om te herinneren, solidariteit te tonen en onverwachte vriendschappen te smeden door verschillende tijden en ruimtes heen. Net zoals kameraadschap en solidariteit aanwezigheid en volharding vereisen, vereist archiefwerk samenwerking met de materialen zelf, door te luisteren naar wat ze onthullen, wat ze achterhouden en wat ondanks systematische vernietiging bewaard is gebleven.
19:00 Samira Makki (online aanwezig), In the Company of May: Inscription Against Incarceration
In 1936 werd de prominente Palestijns-Libanese schrijver en dichter May (Mary) Ziadeh door haar vaders familie als “gek” bestempeld en gedwongen opgenomen in Asfuriyyeh, het Libanese ziekenhuis voor psychische en zenuwaandoeningen. Opgesloten in een ijskoude en kale kamer werd May haar meest heilige uitingsvorm, schrijven, ontzegd, totdat een verpleger, die haar vriendin was geworden, haar illegaal twee potloden en wat papier bezorgde. Van het voorjaar van 1936 tot het najaar van 1941 schreef May Layali al-Aṣfuriyyeh (Aṣfuriyyeh Nights), waarvan de pagina's verspreid raakten en pas in 2017 werden teruggevonden. Dit onderzoek gaat over May's Asfuriyyeh Nights en andere vrouwen – bekende, onbekende of geanonimiseerde – die hebben geleden om redenen die variëren van uitingen over seks en seksualiteit tot kwesties van erfopvolging. Naast de getuigeniswaarde van May's dagboeknotities, houdt het onderzoek zich bezig met het schrijven zelf, tegen de pathologisering van het ‘niet-normatieve’ en, in verband daarmee, de verduistering van de verhalen van vrouwen die ‘begraven liggen in medische dossiers, onder de 'tirannie van hun diagnose'. Terwijl we bouwen aan anti-imperiale vriendschappen, moeten we aandacht besteden aan het veelzijdige geweld dat hen nog steeds achtervolgt, in het gezelschap van May, evenals haar verstikte, uitgestelde en soms onherstelbare woorden.
20:00 Einde
Deel 2
Zaterdag 29 november, 11:30–15:00
in de Appel
11:30 Deuren open
12:00 Petrică Mogoș, Musicians of the World, Unite! Politics of Friendship and Aesthetics of Non-Western Solidarity
Als afvallige van het Oostblok sloeg Roemenië een eigenaardige weg in om het socialisme op te bouwen – een weg die, ondanks het beruchte isolationisme, paradoxaal genoeg open bleef. Het staatsmuzieklabel Electrecord wijdde speciale series aan etnische minderheden (Roma, Tataren, Hongaren, Duitsers) en cultiveerde grensoverschrijdende samenwerkingen met artiesten uit het Zuiden: Workers Brigade Band (Afro-Cubaanse jazz uit Ghana, 1966), Los Guaireños (rumba uit Paraguay, 1968), Tropical Fiesta (beguine uit Centraal-Afrika, 1973), Pierre Pyebi-Oyubi (psychedelische spacerock uit Gabon, 1980). Onder het motto “Muzikanten van de wereld, verenigt u!” vierden deze samenwerkingen de politiek van niet-westerse vriendschap door middel van een opkomende sonische golf van internationalisme. Door te graven in voorheen onontgonnen archiefstukken, traceert dit onderzoek hoe materiële cultuur (vinyls, banden, documenten) raakvlakken had met de politiek van vriendschap en de esthetiek van solidariteit. Daarmee wil Petrică Mogoș gewiste epistemologieën reactiveren en internationalisme niet als abstractie maar als praktijk onthullen: verbeeld en beleefd, onderhandeld en versterkend. In plaats van één centrum dat naar buiten straalt, vormden deze samenwerkingen een netwerk van periferieën die solidariteit (her)uitvonden en hybride geluiden, beelden en teksten produceerden die nationale grenzen doorbraken, overheersende narratieven uitdaagden en ruimte creëerden voor een nieuw begrip van transregionale commons.
13:00 Lesia Kulchinska, The Dreams of the Dead
Dit onderzoek is een dialoog met de sculptuurserie Disposable Bodies van de overleden Palestijnse kunstenaar Laila Shawa. De serie is een reflectie op de figuur van een vrouwelijke zelfmoordterroriste in Palestina en de “verontrustende verwarring van erotisering en bewapening” (in Laila's woorden) die deze figuur belichaamt. Lesia Kulchinska bekijkt Laila's werk door de lens van haar eigen ervaringen met de oorlog in Oekraïne, waarbij ze nadenkt over de mediatisering van de dood, het verlangen naar zichtbaarheid en de relaties tussen kwetsbare, beperkte en sterfelijke lichamen die de oorlog en bezetting doormaken en de mediabeelden die door hen worden geproduceerd en uit hen worden gehaald.
14:00 Lunch
Deel 3
Zaterdag 29 november, 15:00–19:30
in de Appel
15:00 Czyka Tumaliuan (online aanwezig), (Ilocano: Reflection/Glimmer/Mirage)
In La Union, Filippijnen, is overleven altijd een wetenschap van luisteren geweest. Vissersvrouwen herstellen gescheurde netten bij het licht van een lantaarn en fluisteren tegen de zee om slechts één nacht rust te schenken. Moeders bedenken nieuwe rituelen: ze binden amuletten van knoflook en zout aan boten en neuriën slaapliedjes zodat kinderen het gekreun van de muren niet horen. Elk gebaar is een herstel, een algoritme van zorg dat wordt doorgegeven in fragmenten, verkeerde vertalingen en mythen. Dit onderzoek stelt een speculatieve geschiedenis voor: de kustlijn als een zender, een reusachtig oor dat tegen de Stille Oceaan gedrukt is. Daardoorheen kunnen de stemmen van de dochters van vissers reizen – resonerend met Sámi-rendierhoeders, met vrouwen die ontheemd zijn door Russisch imperiaal geweld, met iedereen wiens adem afgestemd is op water. Deze transmissies zijn geen fantasie, maar een manier om verbindingen te benoemen die imperiale kaarten uitwissen. Klimaatverandering is geen voorspelling, maar een vorm van agressie waarin we al leven – een nieuwe golf in een lange koloniale vloedgolf. Om hierover te spreken, grijpt Czyka Tumaliuan naar sciencefiction: niet om te ontsnappen, maar om de tijd te buigen, zodat de vrouwen van La Union kunnen spreken met metgezellen over oceanen en eeuwen heen.
16:00 Keto Gorgadze, The Violence of Tropicalization, or Imagining Solidarities Beyond Empire
Rusland heeft nooit blijvende overzeese koloniën gehad die door een oceaan van het moederland waren gescheiden, een feit dat er lang toe heeft bijgedragen dat Rusland's identiteit als koloniaal imperium onduidelijk bleef. Maar het had wel gebieden in de subtropen van de Kaukasus gekoloniseerd die een klimaat van ‘anders-zijn’ belichaamden. Imperiale ambtenaren beschouwden het gebied als onderdeel van de tropische wereld en baseerden hun extractivistische plannen expliciet op de Nederlandse en Britse koloniën in Zuidoost-Azië. In die zin kan het kader van tropicaliteit – de constructie van regio's als tropisch door middel van geracialiseerde verslagen van inheemse volkeren, zoals ook het geval was in de Kaukasus – een lens zijn voor het herschrijven van de geschiedenis van tropisch geweld, waarbij transimperiale geschiedenissen van overheersing en verzet met elkaar worden verweven. Tropicaliteit wordt echter niet alleen door imperiale machten gesmeed als een instrument van extractivisme, maar komt ook naar voren als een collectief zintuiglijk regime, dat in staat is om ons verleden, heden en toekomst met elkaar te verbinden in het werk van het opbouwen van solidariteit.
17:00 Pauze
17:30 Victoria Soyan Peemot (online aanwezig), Rethinking Borders in Inner Asia: From Traumas of Separation to Healing Bridges
Deze studie biedt een korte samenvatting van Victoria Soyan Peemot's onderzoek naar archiefmateriaal met betrekking tot Finse wetenschappelijke expedities in Binnen-Azië voor 1918, samen met haar etnografisch veldwerk in de regio van 2013 tot 2025. Vanuit haar positie als Tyva-wetenschapper aan de Universiteit van Helsinki analyseert ze hoe archiefmateriaal kan bijdragen aan een heroverweging van koloniale territorialisering en de geconstrueerde nationale, etnische en taalkundige scheidslijnen tussen Turkse en Mongools sprekende volkeren die lange tijd hun thuisland tussen het Altaj- en het Sayan-gebergte hebben gedeeld. Het onderzoek richt zich op het Tyva-volk, wiens voorouderlijk land ooit de noordelijke grens van het Qing-rijk vormde. In de periode van de jaren 1930 tot de jaren 1950 werden voor het eerst moderne staatsgrenzen ingevoerd in deze regio, waardoor de Tyva-bevolking werd verdeeld over drie landen: Mongolië, Rusland en China. Het hedendaagse begrip van dit transnationale deel van Binnen-Azië wordt nog steeds grotendeels gevormd door Russische academische tradities die geworteld zijn in imperiale en Sovjet-koloniale wetenschap. Het is van cruciaal belang om het perspectief op Binnen-Azië te verbreden. De Finse onderzoeksarchieven bieden een uniek perspectief om aannames over de afgelegen ligging ter discussie te stellen en het geweld te erkennen dat gepaard ging met de grensafbakening en de gedwongen verplaatsing van verwantschapsgroepen die in de nieuw gedefinieerde grensgebieden woonden. Bovendien bieden ze een mogelijke brug voor het herstel van de grensoverschrijdende betrekkingen, die in de jaren negentig onder druk kwamen te staan door veediefstal en daarmee samenhangend geweld.
18:30 Adriana Arroyo en Lee Kai Chung, Where Mountains Rest, Waters Embrace
Dit onderzoek wijkt af van een mensgericht perspectief en put in plaats daarvan uit lokale kosmologieën om een ruimte te creëren voor ‘affectieve allianties’ tussen twee ver van elkaar gelegen gebieden die eeuwenlang koloniaal geweld hebben ondergaan: het Changbai-gebergte in Mantsjoerije en de San Juan-rivier, op de grens tussen Costa Rica en Nicaragua. Deze verstrengeling is een vorm van verwantschap – in die zin dat we gemeenschappelijke problemen onder ogen moeten zien en ermee moeten leven, terwijl we tegelijkertijd een imaginaire trilling genereren die is afgestemd op (meer dan menselijke) lichamen. Op basis van liederen, folklore, mythen, gebruiken en sjamanistische rituelen creëert het onderzoek een fictieve mystieke pelgrimsreis die wordt gedragen door een constellatie van mythische wezens, geesten en landschappen. Aan de hand van kaarten, filmstills, tekeningen en foto's doorkruisen deze meer-dan-menselijke entiteiten gebieden die voor mensen ontoegankelijk zijn, mompelend sinds onvindbare tijden, glijdend door territoriale grenzen en extreme omgevingen bewoonend.
19:30 Einde